Vrije Universiteit Brussel


Sarre S, Vanhecke S, Leemans L, Devroey D, Kartounian J. Medisch-farmaceutisch overleg (MFO) aan de Vrije Universiteit Brussel: eerste ervaringen met studenten huisarts en apotheker. Eerstelijnssymposium, 23 september 2006, Vrije universiteit Brussel.

Eerste auteur: Sarre Sofie

Jaar: 2006

Type: Congres

PDF

Abstract:

Situering/Inleiding:
Medisch-farmaceutisch overleg (MFO) is een vergadering waarin artsen en apothekers deelnemen aan een bespreking rond een gekozen onderwerp. Het heeft als doel het afstemmen van de respectievelijke rol van artsen en apothekers op het gebied van het rationeel voorschrijven, afleveren en gebruiken van geneesmiddelen. In tegenstelling tot onze Noorderburen, bestaat er in BelgiÎ nog geen wettelijke basis voor MFO. In de hoop de relatie arts/apotheker vanuit het studiegebeuren te optimaliseren, wordt er aan de Vrije Universiteit Brussel 2x/jaar een MFO georganiseerd met studenten huisartsgeneeskunde en apotheker.

Methode/Interventies:
Voor het eerste MFO werden de studenten ingedeeld in 2 groepen. Elke groep werd geleid door een docent Huisartsgeneeskunde en een docent Farmacie. EÈn groep werd een casus voorgelegd over milde keelpijn, de andere ÈÈn over ernstige keelinfectie, afkomstig uit het FTO-casusboek van het DGV (Nederlands instituut voor verantwoord medicijngebruik). Elke casus bevat specifieke vragen voor zowel de huisarts als de apotheker. Deze polsen ondermeer naar afspraken over het al dan niet afleveren van zelfzorgproducten, criteria voor verwijzing naar de arts of criteria voor het al dan niet voorschrijven van antibiotica. Een tweede MFO werd georganiseerd met de gehele groep, op het moment dat de huisartsstudenten de kijkstage in de officina net achter de rug hadden. De moderator polste naar de kennis van beide beroepsgroepen over hun respectievelijke taken, alsook de begrenzing ervan en de problemen van beide beroepsgroepen in de huidige maatschappij. Verder werd een discussie gevoerd over generieken, VOS (voorschrijven op stofnaam) en geneesmiddelensubstitutie.

Resultaten:
20 Apothekersstudenten en 8 huisartsstudenten namen deel aan het MFO (4 huisarts- en 10 apothekersstudenten /groep voor het eerste MFO). Mogelijke acties rond keelpijnbehandeling werden geÔnventariseerd en bediscussieerd. Er werden conclusies en afspraken gemaakt over hoe in de praktijk moet gehandeld worden. De eindconclusie was conform de richtlijnen. De huisartsstudenten waren van mening dat de apotheker niet mag substitueren zonder voorafgaand contact met de arts. Ze hadden weinig problemen met VOS, zolang de vooropgestelde regels in acht worden genomen. De toekomstige artsen uitten hun bezorgdheid over het afleveren van zelfzorggeneesmiddelen door de apotheker zonder eerst de patiÎnt kort te bevragen. De apothekers stagiairs weerlegden dit door hen te wijzen op het feit dat zij onderricht kregen over correct ondervragen en verwijzen van patiÎnten. Ze legden de artsen het principe van de WHAM (Wie, Hoe lang, Acties, Medicatie) -vragen (uit evenals de voordelen van magistrale bereidingen.

Besluit:
Algemeen verliepen beide MFOπs in een goede, aangename sfeer. De studenten hebben een vrij goed beeld van mekaars taken. Het concept van goedkoop voorschrijven of VOS werd algemeen aanvaard.

©2005 • Vakgroep Huisartsgeneeskunde • Vrije Universiteit Brussel • Laarbeeklaan 103 • 1090 Brussel-Jette
Tel.: +32 2 477.43.11 • Fax.: +32 2 477.43.01 • huisarts@vub.ac.be